post-header-photo

Pier21: Wat Soesto met Freark Smink in de Bidler op 16 oktober 2020

Nadat ik het programma gezien had wat de komende tijd zou optreden in de Bidler, ben ik gaan kijken naar wat de voorstelling van “Wat Soesto” inhoudt. Dat sprak me meteen aan. Het is een monoloog van een boerenzoon over het leven wat hij geleeft heeft. Freark Smink ken ik van de voorstelling Feteranen die ik in 2015 gezien heb (link) en de regisseur is Jos Thie. Dan weet je eigenlijk wel dat het top is, Jos doet veel en is ook de regisseur van Jochem Myjer (komt ook nog even voorbij in die mooie documentaire over hem “nog eentje dan”: uitzending-gemist-link).

In deze tijden van corona en voorzichtig-zijn staan we op afstand van elkaar voor de deur te wachten, mondkapje voor. Stuk voor stuk naar binnen, bakje koffie mee en we worden naar onze stoel geleid. Omdat we hier op afstand van elkaar zitten mag het kapje af. Gelukkig, ik word gek van die beslagen bril. Bijkomende maatregel is dat er maximaal 30 man/vrouw bij de voorstelling mag zijn. Wat ongelooflijk zonde, want anders had volgens mij de Bidler vol gezeten. Je ziet het ook terug op de speellijst, bijna alles is uitverkocht. Maar uitverkocht is dus “maar” 30 man/vrouw. Volgens mij zijn heel veel mensen teleurgesteld omdat de kaarten al uitverkocht zijn. Ik hoop dat Omrop Fryslân nog eens één van de uitvoeringen gaat opnemen en op een bepaald moment gaat uitzenden, net zoals Faderpaard later op TV nog terug te zien was.

Jos legt nog even uit hoe de voorstelling gaat verlopen (dus ook dat na afloop we helaas geen nazit hebben, maar we weer stuk-voor-stuk de Bidler mogen verlaten) en de souffleur wordt ook nog even voorgesteld. Als één van de spelers het even niet meer weet is hij degene die even een woord voorzegt en als het goed is de speler weer verder gaat met zijn/haar tekst. Het is een try-out, dus in latere versies kunnen nog zaken aangepast worden. Heb ik het gevoel dat dat nodig is? Nee, helemaal niet.

De voorstelling begint. Een oudere vrouw loopt het podium op en speelt op het orgel (houdt de toetsen ingedrukt voor een soort kerk-achtig-orgel geluid). Dan komt Freark op, met een echte “boeren-emmer” (die wij ook hebben) en begint zijn monoloog. De oudere vrouw is zijn moeder die dementerend is en waar hij mantelzorger voor is. Ze wordt gespeeld door Klaasje Postma, doordat de rol van Freark zo groot is, zie je eigenlijk niet hoe goed zij ook speel! We leren dat Freark een jonger broertje gehad heeft wat jong gestorven is, zijn vader behoorlijk dominant en eigenwijs is (en ook nog wel eens een tik wil uitdelen). Pas na zijn overlijden voelt Freark zich bevrijd, maar als hij dan net als toen hij jong was in het gras ligt, merkt hij pas dat er bijna geen weidevogels meer zijn. De boer die samen met de vogelbescherming de nesten beschermde en daar netjes omheen reed, maar er nu achter komt dat door predatie en misschien ook wel door alle regels (niet meer over het land gieren, maar met injectie rechtstreeks in de grond, de boel openscheuren en de toplaag kapot maken) hij nu terugkijkend zich afvraagt hoe het zover heeft kunnen komen. Hoe de “mensen” graag de koeien in de wei willen zien, maar met 120 koeien dat niet meer te doen is, wel met de 60 die het vroeger waren.

En zo krijgen we nog meer een spiegel voor. Want als je niet 5 cent extra voor de melk wilt betalen, maar altijd voor het goedkoopste gaat, hoe kun je dan verwachten dat boeren het hoofd boven water kunnen houden?

We krijgen zo een heel verhaal, ongeveer 1.5 uur lang, over het verleden en het heden. Zo nu en dan komt de zoon ter sprake die absoluut geen boer wil worden, de dochter die “even” een ton nodig heeft voor een nieuw huis en de vrouw die van hem gescheiden is, omdat hij er nooit is. Tsja, een boer heeft altijd werk. Maar begint de zoon niet steeds meer op de vader te lijken?

Freark is zoon van een boer, maar geen boer geworden, spelen is zijn lust en zijn leven. De inhoud van de voorstelling heeft hij uit eigen ervaring, eigen kring en van anderen gekregen en dat heeft het team kunnen samenvoegen tot een prachtig verhaal. 1 of 2 keer dat de souffleur even een woord moest zeggen en Freark meteen weer verder kon gaan. Ik vind dat superknap!

Zoals ik afgelopen week de film “The Hateful 8” van Quentin Tarantino al voor de 3e of 4e keer gezien heb, zo is dit een voorstelling die ik nog wel een paar keer zou kunnen zien.