Deze voorstelling speelt Lebbis in meerdere theaters, maar omdat ik probeer “een groot deel van de theaters in Friesland te steunen” ben ik deze keer in de Koornbeurs in Franeker. Ruim op tijd binnen, een biertje en even de agenda voor de komende weken uitwerken.
Om 20.15 uur start de voorstelling. Ik zit exact in het midden, op de 3e rij. Nu worden meestal stoelen vooraan gezet (dat is dan rij 1), maar die zijn er niet, dus eigenlijk zit ik op rij 2. Goed zicht op één van mijn helden dus 🙂
De titel van de voorstelling blijkt een soort “werktitel” te zijn, theaters willen altijd een naam hebben zodat ze die in de programmaboekjes kunnen drukken. We zien in de hal een stoere toreador Lebbis in Spaanse outfit staan, maar er is weinig Spaans in deze voorstelling.
Want zoals Lebbis bijna altijd “de wereld om hem heen beschrijft”, zo gaat deze voorstelling over hem zelf, over de auto-immuunziekte die hij heeft gehad, een lofzang op het medisch personeel en over “hoeveel geluk je wel niet kunt hebben”.
Ik heb vaker voorstellingen van Lebbis bezocht (Het Grijze Gebied -2013, De Paardenpoetser – 2016, De Bovengrens – 2018, De Ziel – 2022), bij De Ziel had ik het idee dat “Lebbis wat brozer” was en zoals hij zelf ook in deze voorstelling aangeeft, hij komt in een andere levensfase, “je wordt wat ouder”, dus hij staat nu met een bril en grijs haar op het podium. Maar nog steeds met dezelfde jeugdige energie.
Lebbis beschrijft hoe zijn ziekte tot stand kwam. De auto-immuunziekte die hij had beschouwde cellen van zijn lichaam als “fout” en gingen deze inkapselen met eiwitten. De ziekte zit in dezelfde hoek als reuma, mijn oma had dat ook en daar zag je dan stijve vingers en vergroeiingen in de vingers zodat ze gebogen blijven staan. Alleen bij Lebbis ging dit door zijn hele lichaam.
Het begon met zijn handen, waardoor hij geen muntje meer op kon pakken, het ging door naar zijn schouders zodat hij in de auto bijna niet meer om kon kijken en zijn mond: hij had een soort klem om zijn kaken wat uit elkaar te krijgen. Lebbis had hier de grap kunnen maken: gelukkig heb ik zo’n grote neus en grote neusgaten zodat het ademen geen problemen opleverde, die grap heeft hij niet gemaakt, dus Hans, als je dit leest, deze mag je gebruiken.
Lebbis is de man van de grappen, maar dit is serieus. Had ik het er eerder over dat ik blij was dat Lebbis weer op het podium stond, dat is niet het belangrijkste. Deze ziekte is progressief, als je niet beter wordt ga je dood en daar komen we bij het gedeelte “geluk”. Er was 1 mogelijke manier om te genezen. Daarbij krijg je een chemokuur, worden daarna je stamcellen geoogst, herstel je een maand en daarna krijg je die stamcellen terug. Die zijn bewerkt met cellen van een konijn waardoor die “kwade cellen” niet terug keren. Maar omdat het geen lichaamseigen cellen zijn, gaat je lichaam wel flink tekeer tegen die cellen.
We komen bij de “gelukjes”: de aanpak is gelukt, Lebbis was toen niet ouder dan 60 (ze doen die behandeling niet bij mensen die ouder dan 60 zijn, want die kunnen het proces van het oogsten van de stamcellen niet volhouden, we horen hoe Lebbis heeft moeten zwoegen en volledig kapot was: 2 dagen langer in het ziekenhuis om bij te komen van die ervaring).
Wat er verder gebeurt en gedaan wordt ga ik hier verder niet uitwerken, ga vooral naar deze voorstelling en luister naar het verhaal van Lebbis. Met tussendoor natuurlijk zijn uitspattingen over de politiek (ik ga het niet over politiek hebben.. maar…). En mocht je zelf graag eens aan de waterkant zitten vissen, je krijgt ook nog te zien welke vissen Lebbis gevongen heeft (hij is een liefhebber), ook in het buitenland en wat voor joekels daar tussen zitten… Rond 22.00 uur was de voorstelling afgelopen.
Het was wederom een genot om bij een voorstelling van Lebbis te zijn en hopelijk komt hij de komende jaren nog vaak in de theaters. Als hij en ik beide gezond blijven ben ik nog vaak als bezoeker aanwezig!